Als er geen mogelijkheid is een gevaarlijke stof te vervangen door een andere, minder gevaarlijke stof moet geprobeerd worden het risico op een mogelijke blootstelling te reduceren door:
- De concentratie van de stof zo gering mogelijk te houden (afzuiging of ventilatie);
- De werknemer zo min mogelijk met de stof te laten werken, dus de frequentie van de
omgang met de stof reduceren, bijvoorbeeld door taakroulatie; - De duur van de werkzaamheden zo kort mogelijk te houden.