Opzet thema Gevaarlijke Stoffen en Stof

Het thema gevaarlijke stoffen en stof bestaat uit 4 delen:

1. Arbeidsrisico;
2. Wet- en regelgeving
3. Inventarisatie
4. De mogelijke oplossingen.

In deze arbocatalogus worden de volgende stofgroepen nader behandeld:

  • Carcinogene (kankerverwekkende), reprotoxische (voor de vrucht schadelijke) en mutagene (het erfelijk materiaal aantastende) stoffen;
  • Oplosmiddelen, irriterende, allergieopwekkende en bijtende stoffen;
  • Stof.

Door op ‘Beleid zwangeren’ te klikken vindt u meer informatie over de speciale aandacht voor deze groep medewerkers.

Gevaarlijke stoffen & stof

De textiel- en tapijtbranche is voor wat betreft gevaarlijke stoffen en stof onder te verdelen in 2 categorieën met een eigen problematiek.

1. Bij bedrijven of afdelingen waar vezels mechanisch worden bewerkt, is er sprake van (inadembaar) stof met name veroorzaakt door de grondstoffen. Soms kunnen medewerker ook bloot worden gesteld aan endotoxines.

De grondstoffen in de textiel- en tapijtindustrie kunnen worden ingedeeld in de volgende groepen:

  • natuurlijke grondstoffen;
  • vezels van plantaardige afkomst zoals katoen;
  • vezels van dierlijke afkomst zoals wol;
  • kunstmatige grondstoffen;
  • synthetische vezels zoals polyester.

2. Bij bedrijven of afdelingen met veredelingsactiviteiten worden werkzaamheden uitgevoerd met gevaarlijke stoffen ofwel chemicaliën. Deze werkzaamheden vinden plaats:

In verfkeukens, laboratoria en productontwikkeling en in de productieafdelingen waar wordt geverfd en / of gedrukt.
Hier wordt gewerkt met diverse chemicaliën, waaronder oplosmiddelen en soms ook met zogenaamde CMR-stoffen. Dat zijn kankerverwekkende of mutagene stoffen of voor de voortplanting giftige stoffen.

Informatie over de aard en risico’s van de stoffen en de samenstelling van mengsels moeten o.a. vermeld staan op het etiket van de verpakking. Bij een stof die gevaar voor de veiligheid en gezondheid kan opleveren moeten de gevaarsaanduidingen opvallend en goed leesbaar zijn. Bovendien is een leverancier wettelijk verplicht bij de eerste aflevering van gevaarlijke stoffen en mengsels een veiligheidsinformatieblad (of material safety data sheet) te verstrekken. Ook hierin moeten de samenstelling en gevaarlijke bestanddelen uit mengsels met naam en hoeveelheid staan vermeld.

 

Lees meer: zie module Uitlaatgassen en dieselmotoremissie (DME)

Gevaarlijke stoffen & stof

Voor alle gevaarlijke stoffen waarmee in een bedrijf gewerkt wordt, moeten grenswaarden zijn afgeleid. Als de blootstelling van werknemers boven deze grenswaarden ligt, moeten bedrijven (beheers)maatregelen treffen om de blootstelling van werknemers te verminderen.

Sinds 1 januari 2007 geldt in Nederland een nieuw grenswaardenstelsel, waarbij onderscheid gemaakt wordt in publieke en private grenswaarden:

  • Publieke grenswaarden worden ook wel wettelijke grenswaarden genoemd. Deze worden door het Ministerie van SZW vastgesteld;
  • Private grenswaarden worden door werkgevers en werknemersvertegenwoordigers vastgesteld.
    Uitgangspunt is dat beide soorten grenswaarden gezondheidskundige grenswaarden zijn. Dit betekent dat blootstelling aan deze concentraties op de werkplek niet mag leiden tot gezondheidsschade.

Voor alle stoffen waarmee werknemers in contact kunnen komen moeten bedrijven dus grenswaarden vaststellen. Als alternatief voor het bepalen en vaststellen van een grenswaarde mag ook gekozen worden voor een ‘veilige werkwijze’ die met voldoende deskundigheid is beoordeeld. Hierbij moet u beschrijven hoe en onder welke condities werkzaamheden moeten worden uitgevoerd, zodat deze een veilige situatie opleveren.

Omgaan met nieuwe Veiligheidsinformatiebladen (VIB's)

Exposure Scenario’s (ES)
Binnen Europa is per 1 juni 2007 de REACH wetgeving voor gevaarlijke stoffen in werking getreden. Een gevolg van deze wetgeving is dat er voor gevaarlijke stoffen die in hoeveelheden >10 ton per jaar worden geproduceerd of geïmporteerd zogenaamde ‘Exposure Scenario’s (ES)’ of ‘blootstellingscenarios’ opgesteld moeten worden. In deze ES wordt beschreven voor welke toepassingen en onder welke gebruiksomstandigheden de stof mag worden toegepast. Ook wordt aangegeven wat de verwachte blootstelling is wanneer de stof volgens de voorgeschreven voorschriften wordt gebruikt. De ES worden als bijlage toegevoegd aan het veiligheidinformatieblad.
Wat u moet doen als u een VIB met in de bijlage een ES ontvang leest u hier.

Wat u moet doen als het eigen gebruik van een stof niet voorkomt of afwijkt van de beschrijving in het ES leest u hier.

Uitgebreide informatie over de verplichtingen is hier te vinden of in deze flyer.

De wettelijke voorschriften voor het werken met gevaarlijke stoffen zijn met name vastgelegd in hoofdstuk 4 van zowel het Arbobesluit als de Arboregeling. Deze bepalingen zijn aanvullend op de algemene beleidsverplichtingen in de Arbowet. De belangrijkste verplichtingen in dit kader zijn de algemene zorgplicht (art. 3) en de verplichting tot het uitvoeren van een risico-inventarisatie en -evaluatie. In Artikel 4.1b van het Arbeidsomstandighedenbesluit is een zorgplicht beschreven om werknemers doeltreffend te beschermen tegen de veiligheids- en gezondheidsrisico’s als gevolg van de blootstelling aan gevaarlijke stoffen.

Klik hier voor een schematische weergave van de arbowetgeving voor gevaarlijke stoffen.
Per stofgroep staan soms nog enkele wetten en normen vermeld die horen bij de stoffen. Daarnaast zijn er nog enkele algemene regels met betrekking tot:

Voorlichting en instructie
Medewerkers dienen regelmatig voorlichting en instructie te krijgen, waarbij er speciale aandacht moet zijn voor nieuwe medewerkers en gevoelige groepen; bijvoorbeeld zwangeren. Medewerkers moeten worden voorgelicht over:

  • De gevaren van de aanwezige stoffen;
  • De betekenis van de gevaarsymbolen op de verpakking;
  • De verplichte aanwezigheid van veiligheidsinformatiebladen;
  • Hoe zij moeten handelen in geval van een calamiteit;
  • De werking en het gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen.

Hygiëne
Over het algemeen moet de werkvloer zo ingericht worden dat een optimale hygiëne gewaarborgd is op plaatsen waar schadelijke stoffen aanwezig zijn. Hiervoor stelt de werkgever regels en procedures op voor het omgaan met gevaarlijke stoffen, de reiniging van de werkplek en de persoonlijke hygiëne. Installaties en arbeidsmiddelen dienen zo schoon mogelijk te worden gehouden. Ook voor opslag van gevaarlijke stoffen zijn zodanige maatregelen getroffen dat het gevaar, dat zich met betrekking tot die stoffen of met betrekking tot de arbeid met die stoffen een ongewilde gebeurtenis voordoet, zoveel mogelijk is vermeden.
De werkgever verstrekt, zo vaak als op grond van de blootstellingbeoordeling noodzakelijk is, maar ten minste eenmaal per week schone werkkleding en draagt zorg voor de reiniging van vervuilde kleding.

Houden van toezicht en bewaking van de gezondheid

Leidinggevenden dienen toezicht te houden op het juist gebruik van de ter beschikking gestelde middelen, zorg te dragen voor de taaktoedeling en het juist uitvoeren van de opgestelde procedures. Er moeten duidelijke afspraken zijn of worden gemaakt over het niet of onjuist gebruiken van deze middelen.
Ten slotte kan de gezondheid van de werknemer worden bewaakt door uitvoering van het periodiek gezondheidskundig onderzoek. Het onderzoek kan helpen de risico’s die de arbeid voor de gezondheid van de werknemers met zich meebrengt te voorkomen of te beperken (Arbowet, artikel 18). Het periodiek gezondheidskundig onderzoek moet specifiek zijn voor de risico’s op de werkvloer en de RI&E is hiervoor een belangrijke informatiebron.

Bij kankerverwekkende, mutagene (stoffen die erfelijkheidsveranderingen kunnen veroorzaken) en reprotoxische (voor de voortplanting giftige) stoffen moet een aanvullende registratie uitgevoerd worden. Voor kankerverwekkende en mutagene stoffen geldt dat alleen met deze stoffen gewerkt mag worden als er technisch geen alternatieven zijn.

GHS (Globally Harmonised System) EU-GHS

Gevaarlijke stoffen en mengsels worden volgens internationale richtlijnen ingedeeld en geëtiketteerd. Het systeem dat hiervoor word gebruikt is: EU-GHS. In 2002 is door de VN het Globally Harmonised System (VN-GHS) vastgesteld, met als doel om tot één wereldwijd systeem voor de gevaarsindeling van stoffen te komen. Deze wetgeving is met een verordening in de Europese wetgeving opgenomen: EU-GHS.
Uitgebreide informatie over EU-GHS is hier te vinden. Daar vindt u onder het kopje “wetgeving” ook de volledige teksten van de verordening.

Veiligheidsinformatiebladen en classificatie

Door de nieuwe indeling van stoffen volgens EU-GHS, zal ook de informatie in de Veiligheidsinformatiebladen veranderen. Veiligheidsinformatiebladen zijn standaard in 16 paragrafen ingedeeld. In paragraaf 2 (identificatie van de gevaren) wordt de indeling van de stof vermeld. De nieuwe indeling volgens EU-GHS is hier terug te vinden. EU-GHS maakt gebruik van nieuwe gevarenaanduidingen en pictogrammen.

Formaldehyde

Binnen de CLP verordening is formaldehyde als carcinogeen cat. 1B geclassificeerd – op basis van hazard evaluatie (dit is in juni 2014 officieel gepubliceerd). Formaldehyde staat in Nederland al op de lijst van CRM stoffen (https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2015-22.html)

Per 1 jan 2016 moet dit zijn doorgevoerd in de CLP/GHS labelling!

Daarnaast loopt er binnen REACH loopt er een evaluatie van de risico’s voor mens en milieu, dus rekening houdend met blootstelling en emissies! (dit is de zgn. substance evaluation binnen CoRAP http://echa.europa.eu/information-on-chemicals/evaluation/community-rolling-action-plan/corap-table/-/substance-rev/3074/del/50/col/staticField_-105/type/asc/pre/1/view

Die evaluatie wordt uitgevoerd door Frankrijk en Nederland. In het kader van Reach kan dit op termijn leiden tot Autorisatie (alleen gebruik na toestemming van het European Chemical Agency (ECHA)) of Restrictie (Uitzonderlijke toestemming tot gebruik onder zeer strakke voorwaarden. Zowel voor Autorisatie als Restrictie geldt dat zeer ingewikkelde en dure procedures moeten worden doorlopen om voor Autorisatie of Restrictie in aanmerking te komen.

Asbestbeheersing

De organisatie heeft een asbestinventarisatie laten uitvoeren voor gebouwen en of gebouwdelen die zijn gebouwd voor 1994.
Asbest werd meestal gebruikt als isolatiemateriaal, rondom verwarmingsbuizen, onder kooktoestellen etc. Het is herkenbaar aan de lichtgrijze kleur en de structuur (golfplaten). Om zeker te zijn of in het gebouw wel of geen asbest is toegepast kunt u het best informeren bij degene onder wiens verantwoordelijkheid de bouw heeft plaatsgevonden, de aannemer of de gemeente. Hier vindt u meer informatie over asbest.

De organisatie heeft een asbestbeheersplan voor gebouwen en of gebouwdelen waarin asbesthoudende materialen zijn werkt.
Het gebouw of gebouwdelen bevat asbest dat geen actueel risico oplevert. In dit geval is acute verwijdering niet verplicht. De eigenaar kan er voor kiezen het asbest in het gebouw te laten zitten als er geen sloop- of renovatieplannen zijn. In dat geval is het raadzaam om asbestbeheersplan op te laten stellen om de situatie beheersbaar te maken.
Een asbestbeheersplan beschrijft hoe een gebouw op een veilige manier kan worden gebruikt als asbest niet (volledig) wordt verwijderd. Voor de beoordeling van het blootstellingsrisico in gebouwen die nog in gebruik zijn, is gedetailleerde informatie nodig. Op basis van objectieve criteria moet zijn vastgesteld of, en zo ja welke, maatregelen genomen moeten worden om het gebouw een veilige (werk)situatie te behouden of te bewerkstelligen. In het plan staan de maatregelen die de gebouweigenaar neemt of nog moet nemen om voor de toekomst zonder risico’s het gebruik van dat het gebouw te waarborgen. Hierin kunnen gebruiksbeperkende maatregelen staan (zoals niet boren of bewerken), informatie die bij de gebruikers bekend moet zijn en wat men moet doen als door een ongeluk schade is ontstaan (noodplan). Ook moet periodiek worden gecontroleerd wat de staat van het asbesthoudende materiaal is, en of maatregelen nodig zijn. Asbesthoudend materiaal dat bij normaal gebruik van het gebouw beschadigd kan worden moet ten minste éénmaal per jaar worden gecontroleerd. Deze controle bestaat uit een visuele inspectie en indien nodig wordt aanvullend de lucht en/of het stof onderzocht. Aan de resultaten worden zo nodig acties gekoppeld (saneren of aanpassen van het asbestbeheersplan). Lees hier meer over het asbestbeheersplan.

Let op:

  • Vanaf 2024 zijn asbestdaken in Nederland verboden. Het verbod beschermt mens en milieu tegen de gevaren van blootstelling aan asbest. Wie na 2024 nog een asbestdak heeft moet dit verwijderen. Gemeenten kunnen eigenaren met een boete (dwangsom) dwingen om het asbestdak te verwijderen;
  • Wees alert op de verwerking van asbest in machines en gereedschappen welke uit het buitenland zijn geïmporteerd. In meerdere landen wordt tot op heden nog asbest in machines verwerkt.

Dieselmotorenemissie (DME)

Het thema DME is verder uitgewerkt bij de module Magazijn en Intern transport.

Gevaarlijke stoffen & stof

Voor het inventariseren en evalueren van de risico’s van gevaarlijke stoffen en stof zijn de volgende drie instrumenten aanwezig:

Bij werkzaamheden met gevaarlijke stoffen en stof dienen de werkzaamheden beoordeeld te worden in het kader van de RI&E. Hierbij moet een overzicht gemaakt worden van de gevaarlijke stoffen waaraan werknemers worden blootgesteld. Verder dient de blootstelling aan gevaarlijke stoffen van de medewerkers op de werkplek beoordeeld te worden.

De beoordeling houdt in dat de aard, de mate en de duur van de blootstelling aan gevaarlijke stoffen vastgelegd wordt. De schatting van de blootstelling wordt gebaseerd op het uitvoeren van metingen en / of door middel van een onderbouwde schatting. Deze schatting mag worden uitgevoerd met behulp van de drie hierboven genoemde gevalideerde instrumenten.

Modellen om blootstelling te schatten / Stoffenmanager

In de arbo-regelgeving staat dat de beoordeling van de mate van blootstelling kan plaatsvinden door het uitvoeren van metingen OF het berekenen aan de hand van een kwantitatief model. Met behulp van de stoffenmanager kan per taak berekend worden wat de blootstelling is aan gevaarlijke stoffen en kan door het optellen van taken met dezelfde gevaarlijke stof de dagdosis worden berekend. De uitkomsten worden weergegeven in mg/m3. Deze kunnen vervolgens worden vergeleken met een grenswaarde. Het gebruik van deze gevalideerde tool wordt geaccepteerd door Inspectie SZW en kan gezien worden als alternatief voor (dure) metingen. De Stoffenmanager is gratis tot 30 stoffen. Daarna moet het premium pakket worden aangeschaft.

De stoffenmanager is te vinden via www.stoffenmanager.nl

Naast beoordeling van de blootstelling door inademing van gevaarlijke stoffen kan de Stoffenmanager ook gebruikt worden voor de beoordeling van huidblootstelling, nanodeeltjes, opslag gevaarlijke stoffen (PGS), explosieveiligheid (ATEX) en voor het opstellen van werkplekinstructiekaarten en een register van CMR-stoffen (carninogene, mutagene en reprotoxische stoffen.

Advanced Reach Tool (ART)

In de arbo-regelgeving staat dat de beoordeling van de mate van blootstelling kan plaatsvinden door het uitvoeren van metingen OF het berekenen aan de hand van een kwantitatief model. Met behulp van de ART kan per taak berekend worden wat de blootstelling is aan gevaarlijke stoffen en kan door het optellen van taken met dezelfde gevaarlijke stof de dagdosis worden berekend. De uitkomsten worden weergegeven in mg/m3. Tevens kan bij meerdere taken de gecombineerde blootstelling berekend worden. De uitkomsten kunnen vervolgens worden vergeleken met een grenswaarde. Het gebruik van deze gevalideerde tool wordt geaccepteerd door de Inspectie SZW en kan gezien worden als alternatief voor (dure) metingen.
Voor de Advanced Reach Tool is meer basis kennis vereist rondom blootstelling
De Advanced Reach Tool (ART)s te vinden via www.advancedreachtool.com

ECETOC - TRA Worker Sheet

In de arbo-regelgeving staat dat de beoordeling van de mate van blootstelling kan plaatsvinden door het uitvoeren van metingen OF het berekenen aan de hand van een kwantitatief model. Met behulp van het Excel workersheet van ECETOC-TRA ART kan per zogenaamde procescategorie (PROC) berekend worden wat de blootstelling is aan een gevaarlijk stof. De uitkomsten worden weergegeven in mg/m3. De uitkomsten kunnen vervolgens worden vergeleken met een grenswaarde. Het gebruik van deze gevalideerde tool wordt geaccepteerd de door Inspectie SZW en kan gezien worden als alternatief voor (dure) metingen.

De ECETOC-TRA methodiek is een conservatieve schatter (geeft vaak hogere waardes dan de werkelijkheid) en minder betrouwbaar dan de Advanced Reach Tool en de Stoffenmanager

De Excel Sheets van de ECETOC-TRA methodiek kunnen gedownload worden via  www.ecetoc.org/tra

Zelfinspectie gevaarlijke stoffen

De Inspectie SZW heeft verschillende digitale instrumenten (zelfinspectietools) gemaakt, waarmee bedrijven zelf kunnen controleren of ze voldoen aan de Arbowetgeving. Eén van deze tools is de Zelfinspectie Gevaarlijke Stoffen. Door dit instrument zelf te gebruiken, krijgen bedrijven inzicht in “waar ze staan”en welke zaken nog geregeld moeten worden.

Bij de zelfinspectie doorloopt het bedrijf dezelfde 4 stappen als de inspecteur:

  • Stap 1: Inventariseren van stof- en productgegevens
    Van alle producten en stoffen die in het bedrijf voorkomen worden gegevens verzameld zoals naam, CAS-nummer, samenstelling en afdeling/werkplek. Voor alle stoffen waarmee werknemers in contact kunnen komen moet ook een grenswaarde worden vastgesteld.
  • Stap 2: Beoordelen van de blootstelling
    Voor elke gevaarlijke stof waarmee werknemers in contact kunnen komen, wordt de aard, mate en duur van de blootstelling beoordeeld. Dit kan door metingen, gebruik van Stoffenmanager of door andere beoordelingsmethodes.
  • Stap 3: Maatregelen nemen
    Als werknemers worden blootgesteld aan stoffen boven de grenswaarde, moeten er onmiddellijk maatregelen getroffen worden. Welke maatregelen dit zijn, is afhankelijk van de manier waarop met de stof gewerkt wordt. Klik hier voor meer informatie.
  • Stap 4: Borging
    Als alles goed is geregeld, is het belangrijk om ervoor te zorgen dat dit zo blijft. Zo moet bijvoorbeeld regelmatig gecontroleerd worden of het overzicht gevaarlijke stoffen nog actueel is en alle werkinstructies nog kloppen en bekend zijn.

Bij de zelfinspectie beantwoordt het bedrijf per stap gemiddeld vier vragen. Na iedere stap volgt een rapport waarin wordt aangegeven in hoeverre voldaan wordt aan de Arbowetgeving. Als het bedrijf niet volledig voldoet, dan volgt een lijst met actiepunten. Op deze manier weet een bedrijf wat hen te wachten staat bij een ‘echte’ inspectie door een arbeidsinspecteur en kan het eventuele aanpassingen al van tevoren doorvoeren.

Aanvullende informatie over de zelfinspectie gevaarlijke stoffen is te vinden in de tool zelf en in de

folder van Inspectie SZW
Eigen gebruik staat niet in ES beschreven
Gevarenaanduidingen
Modellen om blootstelling te schatten.
Ontvangst van VIB met ES
Overgangsperiode
Pictogrammen
Schema wetgeving omtrent gevaarlijke stoffen

Gevaarlijke stoffen & stof

Een inleiding over de niveaus van mogelijke oplossingen, te weten Voorkomen, Beperken en Beschermen, vindt u hier.

Voor de aanpak van DME (Dieselmotoremissies) kunt u meer informatie vinden bij de module Magazijnen en Intern transport/oplossingen. Deze oplossingen vindt u hier.

 

Overzichtstabel:

Voorkomen

Geautomatiseerd chemicaliënverdeelstation voor finishing / veredeling

Het chemicaliënverdeelstation doseert automatisch de chemicaliën en een leidingsysteem transporteert ze dan naar de machines.
Lees meer

Geautomatiseerde afweeg- / doseerinstallatie t.b.v. pasta's

Geautomatiseerde afweeginstallaties / doseerinstallaties voor pasta’s geven reductie in blootstelling aan chemicaliën.
Lees meer

Geautomatiseerde verfkeuken voor poeders

Automatisering van het afweegproces van kleurstoffen en / of verdikkingsmiddelen voorkomt blootstelling aan chemicaliën en vermindert eveneens de fysieke belasting.
Lees meer

Volledige omkasting van het scheerraam

Een volledige omkasting van het scheerraam voorkomt de blootstelling aan stof (en geluid).
Lees meer

Beperken

Afzuiging bij machinaal aanbrengen van seals

Afzuiging vermindert de blootstelling aan chemicaliën die vrijkomen tijdens het sealen.
Lees meer

Afzuiging en deksel op ketels in verfkeuken

Ketels in de verfkeuken voorzien van afzuiging en tevens van een deksel reduceren de kans op spatten en evenals het vrijkomen van reactieproducten.
Lees meer

Automatisch transportsysteem gekoppeld aan sjablonenwasmachine

Het schoonmaken van machineonderdelen in een sjablonenwasmachine geeft minder risico op blootstelling aan chemicaliën en mede een takel kunnen rakelen sjabloon worden verwisseld.
Lees meer

Automatisch transportsysteem gekoppeld aan sjablonenwasmachine

Het schoonmaken van machineonderdelen in een sjablonenwasmachine geeft minder risico op blootstelling aan chemicaliën en mede een takel kunnen rakelen sjabloon worden verwisseld.
Lees meer

Gedeeltelijke omkasting van het scheerraam

Door middel van een gedeeltelijke omkasting van het scheerraam wordt de blootstelling aan inadembaar stof beperkt.
Lees meer

Inktjetprinters als opvolger van rolstempels

Inktjetprinters beperken de blootstelling aan oplosmiddelen.
Lees meer

Multiboxen in finishing / veredeling

Multiboxen geven de mogelijkheid dat vloeistoffen veiliger afgetapt kunnen worden met als gevolg minder kans op spatten van o.a. corrosieve chemicaliën.
Lees meer

Plaatselijke afzuiging boven drums in verfkeuken

Boven de drum waarin recepten worden bereid, is plaatselijke afzuiging aanwezig om de blootstelling aan dampen en reactieproducten te verminderen.
Lees meer

Push-pull systeem in de weverij

Het installeren van een push-pull systeem helpt de blootstelling aan stof te reduceren.
Lees meer

Rakelwasser

Rakels worden in de wasser geplaatst, waarna ze machinaal gereinigd worden.
Lees meer

Semi-automatische verfkeuken voor poeders

Automatisering van het afweegproces van kleurstoffen en / of verdikkingsmiddelen voorkomt grotendeels blootstelling aan chemicaliën en reduceert eveneens de fysieke belasting.
Lees meer

Sjablonenwasmachine

Het schoonmaken van machineonderdelen die verontreinigd zijn met chemicaliën in een sjablonenwasmachine geeft minder risico’s m.b.t. de veiligheid, zoals blootstelling aan chemicaliën en snijgevaar.
Lees meer

Transportsysteem + hulpmiddel voor doseren/omkiepen drums

Rollerbanden voor het verplaatsen en doseerapparatuur voor het ‘omkiepen / doseren’ van drums is geven naast een reductie in blootstelling aan chemicaliën natuurlijk ook een reductie van fysieke belasting.
Lees meer

Vatenwasmachine

Het schoonmaken van machineonderdelen die verontreinigd zijn met chemicaliën in een vatenwasmachine geeft minder risico’s m.b.t. de veiligheid, zoals blootstelling aan chemicaliën en snijgevaar.
Lees meer

Beschermen

PIMEX-film en fact-sheet 'afwegen van grondstoffen en kleurstof'

PIMEX-film en fact-sheet kunnen helpen om medewerkers bewust te maken van de blootstelling aan gevaarlijke stoffen en stof tijdens ‘afwegen van grondstoffen en kleurstof’ en ‘schoonmaken in de weverij’.
Lees meer

PIMEX-film en fact-sheet 'schoonmaken in de weverij'

PIMEX-film en fact-sheet kunnen helpen om medewerkers bewust te maken van de blootstelling aan gevaarlijke stoffen en stof tijdens ‘schoonmaken in de weverij’.
Lees meer