Plaats de afkortzaag in een aparte ruimte. Hierdoor wordt uitsluitend de bediener van de afkortzaag blootgesteld aan de schadelijke geluidsniveau (meer dan 100 dB(A).

De bediener kan voorzien worden van goede behoorbescherming, liefst otoplastieken.

De ruimte kan afgeschermd worden met deuren of geluidsisolerende transparante gordijnen. Het laatste heeft de voorkeur omdat dan de toegankelijkheid blijft.