Relevante wetgeving
In Nederland is de Machinerichtlijn ondergebracht in de Warenwet en het Warenwetbesluit Machines. Dit kader stelt verplichtingen voor de producent of leverancier. Op het gebruik van machines in de arbeidssituatie is het Arbobesluit van toepassing (Arbobesluit, artikel 7.3, 7.4, 7.5, 7.7, 7.14, 7.16, 8.1) en Warenwetbesluit machines (voor machines gemaakt na 1995), artikel 3, 6 en 8.
Nieuwe machines moeten voldoen aan de Machinerichtlijn en behoren voorzien te zijn van de CE-markering. Met de CE (Conformité Européenne) markering geeft de Europese Unie aan dat een product veilig is voor consument en milieu. Een CE-markering geeft aan dat het product aan bepaalde Europese (veiligheids)richtlijnen voldoet en aan de hand van deze richtlijnen is getest. Voor machines in bedrijf gelden daarnaast de eisen van de Arbeidsmiddelenrichtlijn. De Arbeidsmiddelenrichtlijn is opgenomen in het Arbobesluit, en daarin staat dat gereedschappen, machines en installaties die op de werkplek gebruikt worden geen gevaar mogen opleveren voor de werknemers.
Als een werkgever twee of meer CE-gemarkeerde machines aan elkaar koppelt, houdt dit niet automatisch in dat de nieuwe machine CE-gemarkeerd is. Voor de nieuwe machine zal een nieuw CE-traject ingezet moeten worden.
Normstelling
Door de Inspectie SZW wordt in inspecties aandacht gegeven aan de volgende zaken:
Onderwerp | Maatregelen |
Algemeen | CE-markering
Risicoanalyse voor machine van voor 1995
Inkoop van machines
Schriftelijke aantoonbaarheid onderhoud en keuringen
Frequentie afhankelijk van soort en intensiteit gebruik
Jaarlijkse keuring door interne of externe partij |
Afstemming bewegende delen | Afscherming snij- en zaaggedeelte
Gebruik volgens gebruiksaanwijzing
Draaiende delen zoals tandwielen zijn afgeschermd |
Noodstop | Indien een machine bij het gebruik van de normale stopschakelaar een te lange uitlooptijd heeft, moet hij van een noodstop zijn voorzien |
Gedrag | Deskundige bediening
Persoonlijke beschermingsmiddelen |