Bij het inrichten van een goede werkplek dient naast het meubilair (zie beeldschermwerk) voldaan te worden aan de volgende kenmerken:

  • Alle regelmatig voorkomende werkzaamheden zijn binnen het werkbereik van de handen en het zichtgebied van de individuele werknemer gebracht.
  • De werkhoogte is aangepast aan de werkzaamheden en de individuele werknemer.
  • De werknemer heeft de beschikking over een voetensteun indien dat voor het bereiken van een goede lichaamshouding gevergd wordt. Deze is minimaal 45 cm breed en 35 cm diep en is eenvoudig in hoogte instelbaar in minimaal 3 standen met onderling gelijke afstand. Het totale instelbereik van de voetensteun omvat in ieder geval het verticale traject tussen 35 en 47 centimeter onder de bovenzijde van de zitting. Een stang of balk als voetensteun is onvoldoende.
  • Ten behoeve van de bewegingsvrijheid van benen en voeten is een vrije ruimte onder het werkblad aanwezig van ten minste 70 centimeter hoog en 60 centimeter breed en diep.
  • Voor werkzaamheden in kantoren bedraagt de minimale diepte ten behoeve van de benen en voeten respectievelijk 65 en 80 centimeter.