Vervangen of weren dieselheftruck
Dieselmotoremissies (DME) van heftrucks zijn kankerverwekkend. Daarom geldt bij gebruik in een binnensituatie van dieselaangedreven vorkheftrucks met een lastcapaciteit van 8 ton of minder dat er een verplichting is om deze te vervangen of definitief te weren uit deze binnensituatie.
Als overgangsregeling geldt dat dieselheftrucks met een lastcapaciteit van 4 tot 8 ton pas hoeven te worden vervangen of geweerd als zij uiterlijk 5 jaar oud zijn. Zolang vervanging nog niet is gerealiseerd, dienen aanvullende beheersmaatregelen genomen te worden om de blootstelling aan DME zoveel mogelijk te verminderen (bijvoorbeeld door het toepassen van roetfilters), tenzij de vorkheftruck al minimaal voldoet aan de Stage IIIB-norm.
Bij vervanging van dieselaangedreven vorkheftrucks kunnen elektrische, aardgas-, waterstof- of LPG-aangedreven vorkheftrucks worden ingezet, waarbij de LPG-aangedreven vorkheftrucks moeten zijn voorzien van een katalysator.
Van een binnensituatie is sprake als een ruimte ten minste omgeven is door drie aansluitende wanden en een dak. Voor overige ruimten is nog sprake van een binnensituatie als maximaal een aaneengesloten stuk van 25% van de totale lengte van de wanden ontbreekt. Zijn in een wand openingen gemaakt door het openzetten van deuren en/of ramen, dan telt deze wand nog steeds mee. Dat is niet meer het geval als de deur het volledige oppervlak van een wand vrij maakt, zoals bij een garagedeur het geval is.
Als vervangen technisch niet uitvoerbaar is – dat wil zeggen, niet operationeel beschikbaar en toepasbaar in de betreffende situatie – moeten voorzieningen zijn getroffen om de blootstelling aan DME te voorkomen of te beperken tot een zo laag mogelijk niveau. Economische motieven mogen hierbij geen rol spelen. De werkgever moet schriftelijk kunnen onderbouwen waarom vervanging in een specifiek geval niet mogelijk is. (zie verder de overige oplossingen bij DME).