Scheiding loop- en verkeersroutes en werkplekken.
In een bedrijf kunnen verschillende soorten van vervoer voorkomen, zoals voetgangers, heftrucks, personenauto’s, vrachtauto’s en dergelijke. Om deze verschillende verkeerssoorten uit elkaar te houden, kan worden afgesproken dat er stroken worden aangewezen voor alleen voetgangers, terwijl andere stroken worden aangewezen voor bijvoorbeeld heftrucks. Voor een heftruckchauffeur is het bijvoorbeeld ook belangrijk dat vastgesteld is op welke plekken de lading afgezet mag worden en op welke plekken niet.
Het verdient de voorkeur om bovengenoemde functies ruimtelijk van elkaar te scheiden, door afzonderlijke banen te bestemmen voor voetgangers en rijdend verkeer. Verder dienen er afzonderlijke zones aangewezen te worden waar voertuigen geparkeerd worden en waar goederen en lastdragers opgeslagen worden. Deze scheiding wordt via fysieke maatregelen (hekwerk) dan wel via kleurmarkeringen (gele lijnen van 10 cm breed op de vloer) aangegeven. De keuze is afhankelijk van de intensiteit van het verkeer.
Werkplekken liggen bij voorkeur niet nabij een transportroute, of zijn d.m.v. een hekwerk gescheiden van de transportroute.