Verminderde blootstelling bij laden en lossen
Als bij blootstelling aan DME het vervangen en/of weren van dieselaangedreven voertuigen technisch niet mogelijk is dient men bij het laden en lossen van vrachtwagens en busjes van leveranciers en vervoersbedrijven de uitstoot van dieseluitlaatgassen te beperken:
-Koppel een mobiele afzuiging aan de uitlaat. Voor vrijwel alle typen uitlaten – zowel boven, onder, als opzij van voertuigen – zijn afzuigslangen en aansluitingen verkrijgbaar. Deze zuigen de dieselrook bij de bron af. Aansluiten en afkoppelen kost beperkte tijd. Kies in overleg met de leverancier / installateur de juiste vorm (capaciteit, aansluiting, lengte slangen etc.). Werknemers moeten geïnstrueerd worden hoe de slangen te gebruiken.
NB. Afzuigslangen kunnen als hinderlijk ervaren geluid produceren.
-Laat motoren niet langer dan strikt noodzakelijk draaien. Het toepassen van een start- stop systeem of standverwarming (airco die aanblijft als de motor uit staat) helpt hierbij.
-Laat koude starts zo veel mogelijk buiten uitvoeren.
-Zorg door compartimentering en door planning van werkzaamheden dat zo min mogelijk dieselaangedreven voertuigen of machines aanwezig zijn op locaties waarin veel medewerkers aanwezig zijn.
-Breng na het parkeren van vrachtwagens de remmen op druk met een compressor, zodat de dieselmotor hiervoor niet hoeft te draaien.
De werkgever zal bij de gekozen maatregelen uit de bovenstaande opsomming met een blootstellingsbeoordeling moeten aantonen dat ze doeltreffend zijn. Zo nodig moeten aanvullende maatregelen worden genomen.