OnderwerpEisen
Geschiktheid en veilig gebruik arbeidsmiddelMachines worden uitsluitend gebruikt voor het doel, de manier en op de plaats waarvoor zij zijn ingericht en bestemd. Een voorbeeld hiervan is dat machines met een 2-handenbediening niet door meer dan één persoon mogen worden bediend. Daarnaast moeten afspraken zijn gemaakt over veilig werkgedrag. Hierop moet door de werkgever toezicht worden gehouden zodat deze afspraken worden gehandhaafd. Op deze wijze kunnen medewerkers worden aangesproken als ze zich niet aan de afspraken houden.
Deugdelijkheid arbeidsmiddelen en ongewilde gebeurtenissen Het materiaal en de constructie moeten deugdelijk zijn. Verder moet de machine zo geplaatst en ingericht worden dat er geen gevaar is voor verschuiven, omvallen en kantelen, oververhitting, ontploffing en elektrocutie.
Onderhoud, reparatie en reiniging van arbeidsmiddelen ◾Onderhoud;
Door (preventief) onderhoud kan worden gewaarborgd dat een arbeidsmiddel in goede en dus in veilige staat wordt gehouden tijdens de gehele levensduur. Ook moeten onderhouds- en reinigingswerkzaamheden veilig kunnen worden uitgevoerd, bijvoorbeeld door de machine stroom- of drukloos te maken. Een onderhoudsboek moet worden bijgehouden. Het onderhoudsboek kan bestaan uit de EG-verklaring van overeenstemming, de gebruiksaanwijzing, de onderhoudschema’s en overige beschrijvingen en documenten van de leverancier. Deze worden aangevuld met bijvoorbeeld afgevinkte aankooplijst(en) en afnamelijst(en). Daarbij worden de keuringsformulieren gevoegd.

◾Keuring;
Keuren is een verzamelnaam voor alle activiteiten op het gebied van inspecteren, meten en beproeven. Keuringen in de gebruiksfase zijn bedoeld om de machine in een veilige staat te houden gedurende de levensduur. Keuringen worden vastgelegd in een keurings- en inspectieprogramma. In het keuringsprogramma zijn arbeidsmiddelen ingedeeld in klasse 0 t/m 6. Hoe groter het risico dat het arbeidsmiddel met zich meebrengt, hoe hoger de klasse-indeling. Hoe hoger de keuringsklasse, hoe zwaarder de eisen die worden gesteld aan keurend personeel en de organisatie. Een werkgever kan beslissen of de keuringen (gedeeltelijk) in eigen beheer worden uitgevoerd of uitbesteed. Niet alle keuringen kunnen in eigen beheer worden uitgevoerd, arbeidsmiddelen die vallen in de klassen 4 t/m 6 moeten gekeurd worden door een onafhankelijke keuringsinstantie (bv. Grote drukvaten, personenliften). Verder moet in het keurings- en inspectieprogramma de keuringstermijn worden vastgelegd.
Deskundigheid werknemers ◾Gebruik van arbeidmiddelen is alleen toegestaan door werknemers die aantoonbaar voldoende opgeleid zijn.

◾Ombouwen, onderhouden, repareren of reinigen mag alleen door werknemers die specifieke deskundigheid en ervaring bezitten.
Veiligheidsvoorzieningen in verband met bewegende delen van arbeidsmiddelen◾Indien bewegende delen gevaar opleveren, zijn deze zodanig van schermen of beveiligingsinrichtingen voorzien (zonodig aangevuld met vergrendel- of blokkeringsinrichtingen), dat het gevaar zoveel mogelijk wordt voorkomen.

◾De schermen of beveiligingsinrichtingen zijn stevig uitgevoerd, leveren geen bijzondere gevaren op, kunnen niet op eenvoudige wijze worden genegeerd of buiten werking worden gesteld, zijn op voldoende afstand van de gevaarlijke zone van het arbeidsmiddel aangebracht en belemmeren zo weinig mogelijk het zicht op de arbeid.

◾De schermen of beveiligingsinrichtingen zijn op een zodanige wijze aangebracht dat de noodzakelijke onderhouds- en reparatiewerkzaamheden op veilige wijze kunnen worden uitgevoerd. Daarbij wordt zoveel mogelijk voorkomen dat de schermen of beveiligingsinrichtingen moeten worden gedemonteerd.
Verlichting Werk- en onderhoudspunten zijn voldoende en doelmatig verlicht.
Hoge en lage temperatuurEr moet zoveel mogelijk voorkomen worden dat werknemers in de onmiddellijke nabijheid komen van zeer hoge of zeer lage temperatuur.
Alarmsignalen Alarmsignalen van een arbeidsmiddel zijn gemakkelijk en duidelijk waarneembaar.
Loskoppelen arbeidsmiddelEen arbeidsmiddel beschikt over duidelijk herkenbare voorzieningen waarmee het van zijn krachtbronnen kan worden losgekoppeld.
Voorlichting ◾Een gebruiksaanwijzing welke bij een arbeidsmiddel behoort, wordt in begrijpelijke vorm overgebracht aan de betrokken werknemers.

◾Indien het gebruik of de aanwezigheid van arbeidsmiddelen in de onmiddellijke werkomgeving gevaren voor de werknemers kunnen opleveren, worden zij hierop gewezen. Ook indien de werknemers geen rechtstreeks gebruik maken van deze middelen.

◾De werkgever heeft enerzijds een onderzoeksplicht en anderzijds een instructieplicht. Alle betrokken personen dienen op de hoogte te zijn van alle (rest)risico’s. Dit betekent dat personen getraind dienen te worden in het omgaan met risico’s in de taken die ze uitvoeren. Deze trainingen moeten regelmatig herhaald worden en aansluiten bij de groep.

Voorbeelden van schriftelijke veiligheidsinformatie zijn bijvoorbeeld veiligheidsinstructies, bedieningsinstructies en gebruiksaanwijzingen.
Bedieningssystemen ◾Dienen duidelijk zichtbaar en van herkenbare Nederlandstalige aanduidingen te zijn voorzien.

◾Dienen zoveel mogelijk buiten de gevaarlijke zone van het arbeidsmiddel te zijn opgesteld.

◾Moeten bij het in werking stellen met onvoldoende overzicht een signaal afgeven.

◾Leveren ook bij onopzettelijke handelingen geen gevaar op. Een storing of beschadiging van een bedieningssysteem mag eveneens geen gevaar opleveren voor de werknemers.
In werking stellen van arbeidsmiddelen ◾Een arbeidsmiddel mag uitsluitend door een opzettelijk verrichte handeling in werking gesteld worden (b.v. Een schakelaar omzetten of knop indrukken). Dit geldt niet wanneer het opstarten van een arbeidsmiddel onderdeel is van een normaal programma van een automatische cyclus.

◾Voor het verrichten van niet-elektrotechnische werkzaamheden, moet de elektrische machine of het toestel zijn voorzien van een werkschakelaar. Deze moet in de onmiddellijke nabijheid van de machine of het toestel zijn gesitueerd. De werkschakelaar moet kunnen worden vergrendeld, als er:

◾Vanaf de machine of het toestel geen zicht is op de werkschakelaar;, en / of als

◾Bij het onverwacht inwerkingtreden van de machine of het toestel gevaar bestaat voor ernstig lichamelijk letsel

◾Als een spanningsdaling of het wegvallen en weer terugkeren van de spanning in de elektrische installatie gevaar oplevert voor personen of goederen, moet een nulspanningsschakelaar zijn geïnstalleerd.
Stopzetten van arbeidsmiddelen ◾Een arbeidsmiddel kan op veilige wijze worden stopgezet.

◾De energietoevoer wordt onderbroken en deze kan niet worden opgeheven door een opdracht tot starten.
Noodstopvoorziening Een arbeidsmiddel beschikt over een noodstopvoorziening indien dit, met het oog op de gevaren van dat arbeidsmiddel en de normale tijd die nodig is om dat arbeidsmiddel stop te zetten, noodzakelijk is. Een noodstop:
◾Is nodig bij bedieningsplaatsen van machines met aandrijvingen;
◾Is geen alternatief voor afscherming;
◾Moet eenvoudig bereikbaar zijn vanaf de werkplek;
◾Op lange productielijnen dienen meerdere noodstops aanwezig te zijn;
◾Moet onder alle omstandigheden kunnen worden gebruikt;
◾Moet door één eenvoudige handeling worden ingeschakeld, waarbij toevallige bediening wordt voorkomen;
◾Het opheffen van de uitschakeling mag niet in één handeling het uitgeschakelde deel van de installatie weer inschakelen.