Opzet onderdeel machineveiligheid

Het onderdeel machineveiligheid bestaat uit 4 delen:

1. Arbeidsrisico’s;
2. Wet- en regelgeving;
4. Inventarisatie;
3. De mogelijke oplossingen.

In de textiel- en tapijtindustrie worden veel uiteenlopende werkzaamheden aan machines verricht. Op sommige locaties worden nog relatief oude machines aangetroffen die qua veiligheid nog aandacht nodig hebben. Denk hierbij bijvoorbeeld aan knelplaatsen die ontstaan bij draaiende delen, zoals doekrollen, scheercilinders, foulards enz.

Onder ‘machineveiligheid’ vindt u apart informatie omtrent het arbeidsrisico, de wetgeving en de inventarisatiemethodieken die horen bij dit prioritaire risico.

Door op ‘Beleid zwangeren’ te klikken vindt u meer informatie over de speciale aandacht voor deze groep medewerker.

Machineveiligheid

In de textiel- en tapijtindustrie worden veel uiteenlopende werkzaamheden aan machines verricht. Op sommige locaties worden nog relatief oude machines aangetroffen die qua veiligheid nog aandacht nodig hebben. Denk hierbij bijvoorbeeld aan knelplaatsen die ontstaan bij draaiende delen, zoals doekrollen, scheercilinders, foulards enz.

Het komt ook regelmatig voor dat nieuwe machines (gedeeltelijk) in eigen beheer worden gebouwd.
De meeste ongelukken m.b.t. machines gebeuren in een kort moment van afleiding. Het filmpje “Knel-, plet- en snijgevaar’ geeft daar een goed overzicht van. Dit filmpje kunt u hier zien.

Bij machinewerkzaamheden kunnen veel verschillende problemen voorkomen, bijvoorbeeld:

  • Beknellinggevaar door bewegende delen, zoals aandrijvingen van diverse machines;
  • Intrekgevaar door tegen elkaar in draaiende rollen, roterende apparatuur en draaiend gereedschap of werkstuk, zoals bij doekrollen, scheercilinder, foulards;
  • Gevaar voor verbranding;
  • Gevaar voor verbrijzelen door bewegende delen;
  • Botsgevaar door rijdend materieel;
  • Gevaar voor vallen van trappen of bordessen;
  • Snijgevaar door draaiend gereedschap of scherpe werkstukken;
  • Uitglijden over gemorste smeermiddelen;
  • Ergonomische gevaren door complexe bedieningssystemen en slecht bereikbare inspectiepunten.

Of gevaar op letsel door:

  • Machines die werken met grote krachten;
  • Grote en onoverzichtelijke machines;
  • Productielijnen die vanuit centrale bedieningsruimten worden bediend en slecht te overzien zijn;
  • Gebruikers zonder een degelijke technische opleiding.

Machineveiligheid

Wat betreft machineveiligheid moet zowel met de Warenwet als de Arbowet rekening worden gehouden. De Warenwet legt verplichtingen op aan zowel de fabrikant als aan de gebruiker van de machine. De Arbowet legt verplichtingen op aan werkgevers en in bepaalde gevallen aan werknemers. De doelvoorschriften van de Warenwet t.a.v. machines zijn verder omschreven in het Warenwetbesluit Machines en de Machinerichtlijn, de doelvoorschriften van de Arbowet op het gebied van machineveiligheid zijn voornamelijk uitgewerkt in het Arbobesluit. Het is afhankelijk van het bouwjaar van de machine welke regelgeving geldt. In de deze tabel wordt dit beschreven.

Inrichting arbeidsplaatsen

Een arbeidsmiddel dient veilig opgesteld te zijn in de werkruimte. Rondom arbeidsmiddelen moet voldoende loop- en werkruimte zijn.

Regelgeving arbeidsmiddelen

In de arboregelgeving worden eisen gesteld aan arbeidsmiddelen (machines, gereedschappen en transportmiddelen). Klik op tabel voor een samenvatting van de meest relevante eisen.

Organisatorische verplichtingen

Als laatste zijn de organisatorische maatregelen van belang om te waarborgen dat veilig met de machine kan worden gewerkt. Organisatorische maatregelen zijn onder andere:

  • Procedures;
  • Werkinstructies;
  • Opleidingen / trainingen / voorlichting;
  • Taken, verantwoordelijkheden, bevoegdheden;
  • Toezicht.

Het is afhankelijk van het bouwjaar van de machine welke regelgeving geldt. In de tabel ‘Regelgeving voor machines’ wordt dit beschreven.

CE- markering

CE staat voor ‘Conformité Européenne’. Deze markering geeft aan dat een product voldoet aan alle gestelde Europese eisen voor veiligheid, gezondheid, milieu en consumentenbescherming. De CE-markering heeft tot doel dat goederen binnen de EU vrij verhandeld / verkocht kunnen worden. Door dezelfde veiligheidseisen te stellen voor alle goederen die binnen de EU op de markt worden gebracht (door productie of import van buiten de EU) worden twee belangrijke doelen bereikt:

  • een minimaal veiligheidsniveau van producten die binnen de EU verhandeld worden;
  • een gelijkwaardige concurrentiepositie van bedrijven binnen de EU.

Bij deze markering hoort een EG-verklaring van overeenstemming en een Nederlandstalige gebruiksaanwijzing. In deze EG-verklaring bevestigt de fabrikant dat de machine naar zijn mening voldoet aan het Warenwetbesluit Machines.

Zelf een machine ontwikkelen of een bestaande machine ingrijpend wijzigen
Als een machine in eigen beheer wordt ontwikkeld of een bestaande machine ingrijpend wordt gewijzigd, is de werkgever ook machinefabrikant en moet de machine ook aan de verplichtingen van het Warenwetbesluit Machines voldoen. De tabel ‘Regelgeving bij zelf ontwikkelen of aanpassen van een machine’ geeft de consequenties van het Warenwetbesluit Machines weer.

Als een werkgever twee of meer CE-gemarkeerde machines aan elkaar koppelt, houdt dit niet automatisch in dat de nieuwe machine CE-gemarkeerd is. Voor de nieuwe machine zal een CE-traject ingezet moeten worden.

Eisen aan arbeidsmiddelen.

De nieuwe Europese richtlijn elektromagnetische velden (2013/35/EU)

Wetgeving:

Op 26 juni 2013 heeft het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie een nieuwe richtlijn EMV bekrachtigd: richtlijn 2013/35/EU van 26 juni 2013 betreffende de minimumvoorschriften inzake gezondheid en veiligheid met betrekking tot de blootstelling van werknemers aan de risico’s van fysische agentia (elektromagnetische velden). De Richtlijn is één van de bijzondere richtlijnen die vallen onder de kaderrichtlijn voor de verbetering van de veiligheid en gezondheid van werknemers op het werk (89/391/EEG).

Wat is de aanleiding voor de nieuwe richtlijn?

De Richtlijn vervangt een eerdere richtlijn (2004/40/EG), die inmiddels is ingetrokken. Aanleiding voor de herziening van deze richtlijn waren het verwerken van nieuwe wetenschappelijke aanbevelingen en het garanderen van het gebruik van MRI-apparatuur in ziekenhuizen.
Hoe en wanneer wordt de richtlijn in Nederland ingevoerd?
De bepalingen in de richtlijn worden in Nederland opgenomen in het Arbobesluit. Het gewijzigde Arbobesluit zal op 1 juli 2016 van kracht worden. Vanaf die datum dienen werkgevers in Nederland dus te voldoen aan de bepalingen uit de Richtlijn. De bepalingen in het Arbobesluit worden gehandhaafd door de Inspectie SZW.

Gezondheidseffecten van elektromagnetische velden op de werkplek

Elektrische, magnetische en elektromagnetische velden (EMV) kunnen twee soorten effecten op het lichaam hebben. Bij frequenties tot 10 megahertz kunnen elektrische velden en stromen in het lichaam worden opgewekt, die zintuigen en zenuwstelsel kunnen prikkelen. Bij frequenties hoger dan 100 kilohertz kan opwarming van het lichaam optreden. Als de sterkte van EMV voldoende groot wordt, kan pijnlijke zenuwstimulatie, oververhitting of weefselschade optreden. Daarnaast kunnen EMV ook indirecte risico’s op de werkplek geven, die tot onveilige situaties kunnen leiden. Voorbeelden daarvan zijn contactstromen, vonkontladingen, projectielwerking van ferromagnetische voorwerpen of een schrikreactie ten gevolge van het zien van ‘lichtflitsjes’.

Bronnen van sterke EMV.

EMV die sterk genoeg zijn om de limieten in de Richtlijn te overschrijden komen alleen op bepaalde werkplekken voor. Uit eerder onderzoek is gebleken dat overschrijdingen van de limieten kunnen optreden bij lasapparatuur, medische apparatuur, inductieovens- en apparatuur, zendinstallaties, zware elektromagneten en installaties voor opwekking, transport en distributie van elektriciteit. In de kantooromgeving en bij elektrisch handgereedschap komen EMV met een sterkte hoger dan de limieten in de Richtlijn niet voor.

Verplichtingen van werkgevers?

Werkgevers dienen ervoor te zorgen dat werknemers beschermd zijn tegen de risico’s van directe en indirecte effecten van EMV. Bij de risico-inventarisatie en –evaluatie moet bijzondere aandacht worden besteed aan werknemers die mogelijk kwetsbaarder zijn voor de risico’s van EMV, met name dragers van medische implantaten zoals pacemakers en zwangere werknemers. Naast de risico-inventarisatie en -evaluatie moet de werkgever werknemers die aan EMV kunnen worden blootgesteld voorlichten over de risico’s, over mogelijke gezondheidseffecten en over veilige werkmethoden. Verder dient er gezondheidstoezicht plaats te vinden en medisch onderzoek te worden uitgevoerd als er onverhoopt gezondheidseffecten optreden door blootstelling aan EMV.

Blootstellingslimieten en actieniveaus

De Richtlijn bevat bijlagen met bindende limieten voor blootstelling van werknemers aan EMV. Deze ‘grenswaarden voor blootstelling’ zijn gebaseerd op twee soorten effecten van EMV op het lichaam. Voor frequenties van 1 hertz tot 10 megahertz zijn de grenswaarden gesteld in termen van de sterkte van de elektrische velden die EMV in het lichaam induceren. Deze zijn minder streng dan de grenswaarden in de oude richtlijn. Er zijn aparte grenswaarden voor statische magnetische velden. Voor EMV met frequenties tussen 100 kilohertz en 300 gigahertz zijn er grenswaarden voor effecten op de gezondheid door opwarming van het lichaam. Deze zijn vrijwel identiek aan de grenswaarden in de oude richtlijn. Het kwantificeren van de effecten van EMV in het lichaam vereist ingewikkelde rekenmethoden en computersimulaties. Uit de grenswaarden voor blootstelling zijn daarom actieniveaus afgeleid in termen van de sterkte van EMV buiten het lichaam, die direct gemeten kan worden. Als de actieniveaus worden overschreden, is dat een indicatie dat de grenswaarden mogelijk worden overschreden.

actieniveaus-magnetische-velden

Beoordelen van risico’s

Voor nadere uitleg van de risico’s en de verplichtingen van werkgevers wordt een Europese praktijkgids ontwikkeld. Deze gids zal voorbeelden van risico-inventarisaties en -evaluaties in specifieke werkomgevingen bevatten.
Meer informatie over de nieuwe Richtlijn zal ook worden aangeboden via de website van het Arboportaal. Via deze website kan ook de tekst van de Richtlijn worden gedownload. Met voorlichtingsmateriaal dat dateert van vóór juli 2013 dient men voorzichtig om te gaan. Dergelijk voorlichtingsmateriaal kan verouderd zijn, bijvoorbeeld omdat het nog gebaseerd op is op de limieten en bepalingen in de oude richtlijn uit 2004.

grenswaarden

Machineveiligheid

Een belangrijk aspect in zowel de Machinerichtlijn als de regelgeving over arbeidsmiddelen is het uitvoeren van een risicobeoordeling, oftewel Risico-inventarisatie en -evaluatie gericht op machineveiligheid. Een definitie van machineveiligheid is: het elimineren (wegnemen) of beheersen van risico’s ten gevolge van de machine zelf gedurende het hele traject van ontwerp tot en met sloop van de machine. De veiligheid moet worden bekeken op grond van alle fasen van de levensduur, denk hierbij aan onder andere:

  • Transport;
  • Installatie en afstelling;
  • Gebruik, instellen;
  • In werking zijn, reinigen;
  • Programmeren, onderhoud;
  • Buiten gebruik stellen, sloop en verwijdering.

Het doel van de risico-inventarisatie en -evaluatie is het bereiken van gewenste (minimale) veiligheidsniveaus.

Eisen aan arbeidsmiddelen
Regelgeving bij zelf ontwikkelen of aanpassen van een machine
Regelgeving voor machines

Ingebruikname van nieuwe machines

De werkgever is verplicht om veilige arbeidsmiddelen in te kopen (voorzien van CE-markering). Voordat een machine in bedrijf wordt genomen moet een ingebruikname keuring uitgevoerd worden. Hiervoor dient, op basis van Arbobesluit Hoofdstuk 7, dient voor alle machines de risicobeoordeling te worden doorlopen.

Deze risicobeoordeling is beschreven in de Europese norm EN-ISO 14121-1 (voorheen NEN-EN 1050). De EN-ISO 14121-1 beschrijft hoe risico’s in kaart worden gebracht en worden gewogen. Op basis hiervan wordt beoordeeld of de machine veilig is of dat er nog aanpassingen nodig zijn.
De NEN-normen zijn te bestellen bij het Nederlandse Normalisatie Instituut via de website.

Beschrijving risicobeoordeling volgens EN-ISO 14121-1

Aan arbeidsmiddelen worden minimum veiligheids- en gezondheidseisen gesteld. In een risicobeoordeling wordt nagegaan of de arbeidsmiddelen (oftewel machines) voldoen aan de minimumeisen. Hiervoor moeten volgende punten nagegaan worden:

  • Algemeen
    • Plaats waar het arbeidsmiddel staat, aangevuld met eventuele identificatienummers. Het moet duidelijk zijn welk arbeidsmiddel beoordeeld wordt.
    • Waarvoor het arbeidsmiddel gebruikt (hoofdfunctie) wordt. Hierbij moet gedacht worden aan typeringen als “drukken”, “snijden”, “vervoeren”.
    • Of de arbeidsmiddelen zodanig geïnstalleerd zijn dat het geen gevaar oplevert voor de gebruiker en andere werknemers.
  • Risico’s van de machine in kaart brengen
    Per arbeidsmiddel wordt nagegaan wat de risico’s zijn. Hiervoor is achtergrond informatie opgesteld. In de euronorm achtergrondinformatie zijn de risico’s beschreven. Deze zijn te vinden via de volgende link.
    Alle controlepunten dienen te worden beoordeeld met ‘in orde’, ‘voor verbetering vatbaar’ of ‘niet van toepassing’. De punten die worden beoordeeld met ‘voor verbetering vatbaar’ kunnen als potentiële gevaarsbronnen (risico’s) beschouwd worden.
  • Indeling van het risico
    Wanneer in kaart is gebracht wat de risico’s zijn, moet nagegaan worden hoe groot deze risico’s zijn, dus:
  • Waartoe het geconstateerde risico kan leiden (licht letsel, zware verwonding, dood, calamiteit).
  • Wat de frequentie is dat iemand zich in de gevarenzone bevindt (weinig aanwezig, regelmatig, aanwezig).
  • Of er mogelijkheden zijn om het gevaar af te wenden.
  • Hoe groot de kans is dat een risicovolle situatie optreedt (waarschijnlijk niet, gemiddelde kans, grote kans).

Door het risico in te delen in de zojuist beschreven klassen, kan nagegaan worden of het risico acceptabel is (medewerkers moeten hierover worden voorgelicht) of dat er maatregelen getroffen moeten worden.

  • Blootgestelde groep medewerkers
    Er dient nagegaan te worden in welke situaties of bij welke handelingen de geconstateerde risico’s optreden (bijvoorbeeld bij onderhoud, tijdens instellen, in ‘normale’ werksituaties).
    Hierdoor wordt duidelijk welke medewerkers te maken krijgen met de risico’s en hoe deze medewerkers geschoold (moeten) zijn.

Machineveiligheid

Een inleiding over de niveaus van mogelijke oplossingen, te weten Voorkomen, Beperken en Beschermen, vindt u door hier te klikken.

Overzichtstabel:

Voorkomen

Afscherming bewegende delen met een lichtscherm

Middels een lichtscherm met een elektronische stopschakelaar de weefmachine stop gezet voordat een werknemer in aanraking kan komen met de bewegende delen van de weefmachine, te weten het riet.
Lees meer.

Inloopbeveiliging d.m.v. lichtschermen

Middels een inloopbeveiliging met een elektronisch lichtscherm (elektronische zonebescherming) is het mogelijk de machine stop te zetten voordat een werknemer in aanraking kan komen met gevaarlijke onderdelen van de machine.
Lees meer.

Lichtschermen bij inpakmachine en stapelrobot

Door middel van een inloopbeveiliging met een elektronisch lichtscherm wordt de machine stop gezet voordat een werknemer in aanraking kan komen met gevaarlijke onderdelen van de machine. Lees meer.

Vaste afscherming van walsen / cilinders

Een vaste afscherming van walsen en cilinders zorgt voor voldoende afstand tussen de machine en de werknemer.
Lees meer.

Veiligheidsvoorzieningen bij nieuw spanraam

Door middel van een afscherming met een elektronische stopschakelaar wordt de machine stop gezet voordat een werknemer in aanraking kan komen met gevaarlijke onderdelen van de machine. Lees meer.

Wat is Lockout Tagout?

Lockout Tagout is een veiligheidsprocedure waarbij machines en andere krachtbronnen worden uitgeschakeld tijdens onderhouds- en herstelwerkzaamheden. Deze procedure moet ervoor zorgen dat personeel beschermt wordt tegen de gevaren van machines die in werking gesteld worden en andere vormen van energie die onverwachts ingeschakeld kunnen worden.

Waarom Logout Tagout?

Veiligheids bij onderhoud of herstel aan machines.
Beveiliging tegen persoonlijke fouten en die van anderen.
Voorkomen van arbeidsongevallen.
Voorkomen van schade aan machines.
Anderen attent maken op potentieel gevaarlijke situaties.

Let op:

Volg de Lockout Tagout procedure op http://www.lockouttagout.nl/procedure.html ;

Geef op de tag aan wie een bepaalde vergrendeling heeft aangebracht, voor welk doel en wie geautoriseerd is om de ‘lockout’ te verwijderen of te wijzigen;

Onderzoek welke energiebron (elektrisch/mechanisch) van welk deel van de machine (bijv. bij een samengestelde machine) buiten werking wordt gesteld.

logout-togout-plaatje-def

Beperken

Trekkoord bij dokken / doekrollen

Een noodstopvoorziening in de vorm van een trekkoord voorkomt geen beknelling, maar draagt er zorg voor dat de machine snel stopt en de knelplaats vrijkomt. Wanneer aan het koord getrokken wordt, stopt de machine.
Lees meer.

Trekkoord bij walsen bij tuftmachine

Een noodstopvoorziening in de vorm van een trekkoord voorkomt geen beknelling, maar draagt er zorg voor dat de walsen snel stoppen.
Lees meer.

Vingerafscherming d.m.v. nipbeveiliging

Een nipbeveiliging met vingerafscherming stopt de machine en voorkomt beknelling / amputatie. Lees meer.

Wegneembare afscherming met een elektronische stopschakelaar

De walsen / cilinders af te schermen met een wegneembare afscherming verhindert dat bewegende delen op gang kunnen worden gebracht zolang deze bereikbaar zijn.
Lees meer.

Wegneembare afscherming van verschillende materialen

Bewegende delen van machines zijn afgeschermd met al of niet doorzichtige afscherming / hekken gekoppeld aan elektronische stopschakelaars. De wegneembare afscherming verhindert dat bewegende delen op gang kunnen worden gebracht zolang deze bereikbaar zijn.
Lees meer.