Bijzondere groepen

Sommige werknemers lopen tijdens het werk extra risico. Bijvoorbeeld Anderstaligen en laaggeletterden, jongeren, uitzendkrachten en zwangeren. Daarom gelden voor hen aanvullende voorschriften.

Jongeren en stagiaires

Jonge werknemers lopen meer veiligheidsrisico’s en gezondheidsrisico’s door een gebrek aan ervaring, onbekendheid met de risico’s, speelsheid en naïviteit.

Uitzendkrachten

Bij het gebruikmaken van een arbeidskracht van een uitzendbureau moet deze arbeidskracht vooraf goed geïnformeerd en geïnstrueerd worden over de voorkomende risico’s binnen de betreffende afdeling van het bedrijf. De werkgever van het inlenend bedrijf is verantwoordelijk voor de arbeidsomstandigheden van de uitzendkracht. Met name de onbekendheid en onervarenheid met het werk speelt hierin een grote rol. Zeker in de eerste dagen van het werk loopt een uitzendkracht een verhoogd risico op ongevallen.

Meer informatie

Op www.arboflexbranche.nl is een geschikt voorbeeld te vinden van een arbodocument dat aan een uitzendorganisatie moet worden verstrekt (Het wordt daar “Arbochecklist” genoemd)

Wettelijke bepalingen rond arbeid van jongeren

In de RI&E van het bedrijf dat jongeren te werk stelt moet de risico’s voor de jonge werknemers nader te inventariseren als verdiepend onderzoek bij de RI&E. Daarbij moet aandacht zijn voor: leeftijd, opleidingsniveau en ervaring, keuze arbeidsplaats, arbeidsmiddelen en persoonlijke beschermingsmiddelen, blootstelling aan gevaarlijke stoffen en biologische agentia, voorlichting en onderricht. (Zie Arbobesluit 1.36)

In het Arbobesluit is ook bepaald welke werkzaamheden jongeren mogen verrichten:

  • 13-jarigen, 14-jarigen en 15-jarigen mogen zeer beperkt werken. Ze mogen bijvoorbeeld niet werken in een fabriek.
  • Jongeren van 16 en 17 jaar mogen bijna elk soort werk doen, maar geen gevaarlijk of ongezond werkzaamheden. Er zijn ook risicovolle werkzaamheden die zij wel mogen uitvoeren, maar dan alleen onder deskundig toezicht. In deze sector betreft het:
    • aan een machine of lopende band werken waarbij de werknemer niet zelf zijn werktempo kan bepalen.De wijze en de mate van toezicht is afhankelijk van de risico’s in de betreffende werkzaamheden van maar ook van de leeftijd, ervaring en persoonlijke eigenschappen van de jeugdige werknemer.Degene die toezicht houdt:- gaat na of gepaste voorlichting en onderricht is gegeven waarbij de bijzondere risico’s voor de veiligheid en gezondheid van jeugdige werknemers aan de orde zijn komen, en of de voorlichting en onderricht daadwerkelijk zijn begrepen en door de jeugdige medewerker in de praktijk worden toegepast. Zo nodig zorgt de toezichthouder voor hernieuwde of extra voorlichting en onderricht.

      – gaat na of de nodige beschermingsmiddelen aanwezig zijn en dat deze op de juiste manier door de jeugdige werknemer worden gebruikt of toegepast;

      – is bij voorkeur aanwezig in de nabijheid van de werkplek dan wel direct oproepbaar;

      – kan ingrijpen in het productieproces zowel ten behoeve van de jeugdige zelf, als daar waar het kan gaan om de veiligheid van andere werknemers.

  • Verder mogen jongeren alleen op beperkte tijden werken. Klik hier voor meer informatie.

Uitgangspunten bij het werken met stagiaires

  • Voordat een stagiair aan de slag gaat informeert de werkgever de school over de mogelijke risico’s van het werk, zodat deze tijdig met de leerling kunnen worden besproken. De werkgever is hoofdverantwoordelijk.
  • Zeker voor bedrijven die regelmatig met stagiairs werken, is het sterk aan te bevelen om de werkzaamheden en de daarbij voorkomende risico’s vooraf op papier te zetten. Scholen noemen dit vaak een BPV-plan (plan voor beroepspraktijkvorming).

Uitgangspunten voor het werken met uitzendkrachten

  • Als een werkgever een arbeidskracht van een uitzendbureau betrekt, moet de werkgever aan dat uitzendbureau een ‘arbodocument’ verschaffen met informatie over de specifieke kenmerken en risico’s van de arbeidsplaats en arbeidsomstandigheden waar de uitzendkracht moet gaan werken Hierbij kan worden gedacht aan informatie over gevaarlijke machines, gevaarlijke stoffen en ook over verplicht gestelde PBM. De RI&E van uw bedrijf kan daarvoor als basis dienen
  • het uitzendbureau moet het document doorgeven aan de uitzendkracht.
  • de werkgever van het inlenend bedrijf zorgt voor een duidelijke werk- en veiligheidsinstructie van de uitzendkracht. Zo nodig in een vreemde taal.
  • tenzij nadrukkelijk met het uitzendbureau afgesproken verzorgt de werkgever van het inlenend bedrijf voor afdoende persoonlijke beschermingsmiddelen voor de uitzendkracht