Op korte afstand (het directe veld) van een bron wordt het geluidniveau bepaald door het zogenaamde directe geluid dat rechtstreeks van de bron de ontvanger bereikt. Op grotere afstand (het galmveld) van de bron wordt het niveau voornamelijk bepaald door het geluid dat via reflecties tegen wanden, vloer en het plafond de ontvanger bereikt, het zogenaamde nagalmgeluid.
Geluidabsorberende voorzieningen zijn alleen van invloed op het nagalmgeluid en niet tot nauwelijks op het directe geluid. Zo zal een medewerker die bij de lawaaiige machine staa zelf geen geluidreducerend effect bemerken van geluidabsorptie. Maar wel de werknemers op grotere afstand van deze bron. Plafond voorzieningen kennen de volgende hoofdvormen:
- Vlakke, min of meer gesloten, verlaagde (systeem)plafonds
- Vrijhangende, verticale geluidabsorberende elementen, zogenaamde “Baffles”.
- Geluidabsorberende afwerking direct tegen de bovengelegen vloer of de dakconstructie, eventueel geïntegreerd in het totale dakpakket.
Er zijn ook geluidsabsorberende wanden, geluidsisolerende wanden en geluidsschermen mogelijk