Medewerkers dienen voldoende werkruimte te hebben om hun werkzaamheden op kantoor te verrichten. Een standaardkantoorwerkplek, bestaande uit meubilair en een kast, beslaat minimaal 7 m2 vloeroppervlak.
De minimale hoeveelheid vloeroppervlak in een kantoorvertrek is te berekenen aan de hand van bijgaande tabel (gebaseerd op NEN-EN 1824:2010):
Element | Minimumoppervlakte |
De medewerkers | 4 m2 voor iedere werkplek die gewoonlijk langer dan twee uur per dag door één of meer medewerkers wordt gebruikt, inclusief kantoorwerkstoel, loopruimte in de werkruimte en ruimte voor overleg met een collega. |
De kantoorwerktafel | 1 m2 voor een werkplek met een plat beeldscherm. 2 m2 voor een werkplek met CRT-beeldscherm. 1 m2 voor een lees/schrijfvlak. 2 m2 voor een vlak voor uitleg van tekeningen. |
De kasten | 1 m2 voor elke vaste kast
0,5 m2 voor elke vrijstaande of verrijdbare (lade)kast. |
De vergaderruimte | 2 m2 per persoon. (Gebruikmaking van audiovisuele middelen kan extra vloeroppervlak noodzakelijk maken) |
De Overlegruimte | 1,5 m 2 per persoon |
Overig | Van overige meubilair en apparatuur, zoals bv printers, dient de het ruimtebeslag inclusief gebruiksruimte te worden meegenomen in de berekening. |
Om na te gaan of uw kantooroppervlakte aan de eisen voldoet, vergelijkt u de benodigde oppervlakte met het netto-vloeroppervlak van het totale kantoorvertrek (het vloeroppervlak zonder de ruimte voor wanden, kolommen en ruimten lager dan 1,5 m; looproutes worden wel meegeteld).