Psychosociale arbeidsrisico’s (PSA) is een term die 01 januari 2007 is opgenomen in de arbowet. PSA bestaat uit de volgende onderwerpen:
- Werkdruk en Werkstress
- Ongewenst gedrag:
- Agressie en Geweld
- Discriminatie
- Pesten
- Seksuele initimidatie
Werkdruk & Werkstress
Psychosociale arbeidsrisico’s (PSA) is een term die 01 januari 2007 is opgenomen in de arbowet. PSA bestaat uit de volgende onderwerpen:
Werkdruk is aan de orde als er een onbalans is tussen de eisen die het werk stelt (werktempo, moeilijkheid, storingen) en de mogelijkheden die het werk biedt om aan die eisen te voldoen ( eigen regelmogelijkheden, contactmogelijkheden, steun van collega’s). Werkstress kan ontstaan bij werksituaties met een langdurige overmatige werkdruk. Maar werkstress kan ook voortkomen uit een acuut als bedreigend ervaren situatie.
Overmatige werkdruk kan leiden tot werkstress. Dat kan zich uiten in verminderde productiviteit, motivatieverlies, onvrede, lichamelijke en psychische klachten, functioneringsproblemen en ziekteverzuim. In het ergste geval kan het leiden tot overspannenheid of burn-out. Herstel en terugkeer op het werk kunnen dan een geruime tijd duren. Het is dus van belang om overmatige werkdruk tegen te gaan en klachten vroegtijdig te herkennen en te verhelpen.
Stress kan zich lichamelijk en geestelijk uiten: hoge bloeddruk, oververmoeidheid, slaapstoornissen, depressiviteit kunnen op werkstress duiden. Binnen een organisatie of bedrijf als geheel is stress te herkennen aan simpele dingen zoals een geprikkelde sfeer, verhoogd ziekteverzuim, ruzies om niets of gehaastheid van medewerkers.
Alle arbeidsrisico’s en de daarbij behorende beheersmaatregelen in een bedrijf dienen beschreven te worden in de zogenaamde risico-inventarisatie & -evaluatie (RI&E). Dat geldt ook voor psychosociale arbeidsbelasting. De Arbo-wet stelt verder dat de werkgever een beleid moet voeren dat gericht is op voorkoming en, indien dit niet mogelijk is, beperking van psychosociale arbeidsbelasting (PSA). Noodzakelijke verbeteringen dienen opgenomen te worden in een plan van aanpak. De aanwezige ondernemingsraad (OR) of personeelsvertegenwoordiging (PVT) heeft instemmingsrecht over de opzet van het RI&E-onderzoek en over het daaropvolgende plan van aanpak. Indien de medewerkers een (rest) risico lopen op het gebied van psychosociale arbeidsbelasting, dient de werkgever een Preventief Medisch Onderzoek (PMO) aan te bieden (zie ook 3.4). Werknemers die in hun werk met PSA te maken kunnen krijgen, dienen van hun werkgever herhaaldelijke voorlichting en onderricht te krijgen over hoe om te gaan met de risico’s en met de beschermende maatregelen die genomen zijn.
Nadere informatie over wetgeving vindt u onder het tabblad Wet- en Regelgeving.
e. psychosociale arbeidsbelasting: de factoren direct of indirect onderscheid met inbegrip van seksuele intimidatie, , agressie en geweld, pesten en werkdruk, in de arbeidssituatie die stress teweeg brengen
f. stress: een toestand die als negatief ervaren lichamelijke, psychische of sociale gevolgen heeft.
1. Indien werknemers worden of kunnen worden blootgesteld aan psychosociale arbeidsbelasting worden in het kader van de risico-inventarisatie en -evaluatie, bedoeld in artikel 5 van de wet, de risico’s ten aanzien van psychosociale arbeidsbelasting beoordeeld en worden in het plan van aanpak, bedoeld in artikel 5 van de wet, met inachtneming van de stand van de wetenschap maatregelen vastgesteld en uitgevoerd om psychosociale arbeidsbelasting te voorkomen of indien dat niet mogelijk is te beperken;
2. Aan werknemers die arbeid verrichten waarbij gevaar bestaat voor blootstelling aan psychosociale belasting wordt voorlichting en onderricht gegeven over de risico’s voor psychosociale arbeidsbelasting alsmede over de maatregelen die er op zijn gericht die belasting te voorkomen of te beperken.
De werkgever is op grond van de Arbo-wet verplicht een beleid te voeren dat er op gericht is werknemers te beschermen tegen psychosociale arbeidsbelasting. De daaraan verbonden risico’s voor de werknemer moeten schriftelijk worden vastgelegd in een risico-inventarisatie en -evaluatie.
Op het gebied van psychosociale arbeidsbelasting zijn verschillende meetinstrumenten en hulpmiddelen ontwikkeld voor het in kaart brengen van het arbeidsrisico in de eigen bedrijfssituatie.
Er bestaan diverse meetinstrumenten om psychosociale arbeidsbelasting te beoordelen. Daarbij kan een onderscheid gemaakt worden:
Individueel niveau
Op het gebied van ongewenste omgangsvormen:
Op het gebied van werkdruk:
Organisatieniveau
De onderstaande meetinstrumenten zijn alleen toepasbaar voor bedrijven met een omvang van zo’n 100 personeelsleden of meer. (Kleinere bedrijven doen er verstandig aan om medewerkers voor zichzelf de bovengenoemde individuele vragenlijsten te laten invullen, met name die op het gebied van werkdruk. Vervolgens kan men gezamenlijk de belangrijkste resultaten bespreken, bijvoorbeeld tijdens een werkoverleg.)
Op het gebied van ongewenste omgangsvormen:
Op het gebied van werkdruk:
Op de website van de Inspectie SZW (www.inspectieszw.nl) is informatie te vinden over psychosociale arbeidsbelasting:
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Op de website van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (www.rijksoverheid.nl) is informatie te vinden over psychosociale arbeidsbelasting:
TNO
TNO rapport: Werkdruk, flexibilisering en de combinatie van arbeid en zorg in de confectie-industrie (2000)
Dossiers
Op de website van Arbokennisnet (www.arbokennisnet.nl) zijn dossiers te vinden over psychosociale arbeidsbelasting. Zo treft u daar ondermeer een dossier aan over: werkdruk, agressie en geweld, seksuele intimidatie en pesten.
Op de website van FNV Bondgenoten (www.arbobondgenoten.nl) vindt u onder het kopje “Veilig & Gezond van A tot Z” veel informatie over psychosociale arbeidsbelasting.
Arbo-informatieblad 41, Ongewenste omgangsvormen op de werkvloer. (Uitgever: SDU)
Arbo-Informatieblad 42, Werkdruk en stress (Uitgever: SDU)
Oplossingen worden gegeven volgens de Arbeidshygiënische strategie. Deze strategie is de algemeen erkende volgorde van maatregelen om gevaren weg te nemen en risico’s te beperken. Deze volgorde is:
Het zal per onderneming en per situatie verschillen welke oplossing het beste past. Wel moet, eventueel op termijn, worden gestreefd naar een oplossing zo dicht mogelijk bij de bron. Bij periodieke evaluaties kan worden beoordeeld of de gekozen oplossing nog steeds de beste oplossing is of dat gezocht moet worden naar alternatieven.
De zwangere medewerkster wordt tijdens de zwangerschap niet blootgesteld aan de arbeidsrisico’s zoals benoemd onder de normen. De bescherming geldt zowel voor de zwangere medewerkster als voor haar ongeboren kind.
Lees meer
Let er bij de in- en herinrichting van de werkruimte op dat er zo min mogelijk materialen gedragen hoeven te worden door de medewerkers:
Door het verbeteren van de afstemming met (toe)leveranciers kan fysieke belasting worden teruggedrongen. Hierbij kan gedacht worden aan het verlagen van de tilgewichten, het optimaliseren van verpakkingen (bijvoorbeeld grip, afmetingen en mogelijkheden voor gebruik van hulpmiddelen) en het aanbrengen van indicaties met tilgewichten.
Vermindering van de fysieke belasting bij duwen en trekken.
Lees meer.
De preventiemedewerker in de mode- en interieurindustrie dient in staat te zijn om de eerste vragen van medewerkers op het gebied van fysieke belasting te beantwoorden en oplossingsrichtingen te kunnen aandragen. Ook dient de preventiemedewerker in staat te zijn om leidinggevende en medewerkers te coachen op een goede en gezonde werkhouding.
Lees meer.
Het voorkomen van ongunstig werkhoudingen, die kunnen leiden tot klachten aan het bewegingsapparaat.
Lees meer.
Het voorkomen van nekklachten.
Lees meer.
De goede werkplek ontlast het bewegingsapparaat tijdens zittend werk.
Lees meer.
Verminderen tilhandelingen door het gewicht op hoogte te brengen.
Lees meer.
Door de voorlichting zullen de medewerkers zich bewust worden van fysiek belastende factoren en werkzaamheden en leren het persoonlijk gedrag te corrigeren. Dit zal leiden tot betere inzetbaarheid en een gezondere leefstijl.
Lees meer.
Betere werkhouding tijdens het uitvoeren van bijv. naai- of inpakwerkzaamheden.
– Door hoogteverstelling kan werkstuk op goede hoogte worden gebracht.
– Door hoogteverstelling is werktafel individueel instelbaar.
Lees meer.
Het tillen van de strijkbout wordt gemakkelijk omdat het balanceersysteem de strijkbout schijnbaar gewichtloos maakt.
Lees meer.
Het afwisselen van fysiek zwaarder werk met licht werk en/of het afwisselen van verschillende werkzaamheden en daarmee relatieve rust (herstel) in te bouwen voor spiergroepen of lichaamsdelen.
Doorbreken statische of ongunstige werkhoudingen en het verminderen eenzijdige belasting door afwisseling.
Lees meer.
De medewerker hoeft minder te trekken aan de stof, waardoor de fysieke belasting verminderd wordt.
Lees meer.
Het voorkomen van klachten.
Lees meer.
Vermindering van de fysieke belasting door duwen en trekken.
Lees meer.
Het voorkomen van tillen en dragen.
Lees meer.
Vermindering van de fysieke belasting bij duwen en trekken.
Lees meer.
Door het aanbrengen van indicaties worden medewerkers gewaarschuwd voor een (dreigende) overschrijding van gezondheidkundige limieten. Medewerkers kunnen naar aanleiding van de aard van de indicatie actie ondernemen. Deze actie kan bestaan uit het inschakelen van collega’s of het gebruik maken van technische oplossingen.
Lees meer.