De werknemer, die belast is met de bediening van (gevaarlijke) arbeidsmiddelen moet voldoende geïnstrueerd en opgeleid zijn.

De voorlichting kan gegeven worden tijdens de werkzaamheden of in een aparte voorlichtingssessie. De volgende onderwerpen dienen aan de orde te komen:

kennis over de bediening van de machine;

  • inzicht in de beveiligingen (noodstop, afscherming);
  • kennis over het onderhoud;
  • melden van defecten;
  • orde en netheid om de machine.

Randvoorwaarden:
Zorg ervoor dat de voorlichting schriftelijk wordt vastgelegd in het personeelsdossier.
De kernpunten van de voorlichting dienen periodiek (1 x per jaar) herhaald te worden.